Overleg met arts bij starten Oxybutinine (Dridase)!

Waaronder oxybutynine en glycopyrronium tabletten/spray/creme.

Moderators: Thijs, Erje

Swet
Druppel
Druppel
Berichten: 3
Lid geworden op: do 05 jul 2007, 12:00
Contacteer:

Overleg met arts bij starten Oxybutinine (Dridase)!

Bericht door Swet »

Hoi,

Ik vind het een hele stap om te gaan starten met Oxybutinine. Vooral als je al een aantal medicijnen moet slikken voor andere kwaaltjes.
Om een aantal oorzaken van het overmatig transpireren uit te sluiten heb ik eerst een overleg gehad met mijn arts. Het is ook af te raden om zomaar te starten met dit medicijn. Wanneer je meer bekend bent op het medische gebied, zal je je wel 2 x bedenken om zomaar naar medicijnen te grijpen die toevallig een bijwerking hebben die in dit geval het transpireren verminderd.
Desondanks ga ik het goedje proberen. Ik ga het proberen op momenten waarop ik het meeste last heb van overmatig transpireren.
Vooral die parels die van je voorhoofd afgutsen ervaar ik als zeer hinderlijk. Ik hoop dat Oxybutynine effect heeft en zal dit in het forum aangeven.

Lees digitale bijsluiter:
Dridase [ALTANA Pharma BV]
(hydrochloride)
Stroop 1 mg/ml; 250 ml. De stroop bevat methylparahydroxybenzoëzuur als conserveermiddel.
Tablet 2,5 mg, 5 mg.


Kentera [UCB Pharma BV]
Pleister met gereguleerde afgifte 36 mg/39 cm2 komt overeen met 3,9 mg/etmaal.


Oxybutynine Tabletten [Diverse fabrikanten]
(hydrochloride)
Tablet 2,5 mg, 5 mg.






CFH-Advies
Indien een blaastraining fysiek en cognitief niet mogelijk of onvoldoende effectief is komen volgens huidig gebruik darifenacine, flavoxaat, oxybutynine, solifenacine en tolterodine in aanmerking voor de behandeling van urge en urge-incontinentie. De gemiddelde verbeteringen van oxybutynine pleister en tablet, darifenacine, solifenacine en tolterodine zijn gering ten opzichte van placebo. Alle middelen geven aanleiding tot met name anticholinerge bijwerkingen, waarbij die van oxybutynine tablet in het algemeen frequenter en hinderlijker zijn. Oxybutynine pleister geeft minder anticholinerge bijwerkingen dan de tablet, maar kan aanleiding geven tot lokale huidreacties. Met de pleister is maar één dosering mogelijk. De voorkeur blijft uitgaan naar tolterodine. Tijdens de behandeling dient regelmatig de balans te worden opgemaakt tussen effectiviteit en bijwerkingen.



Eigenschappen
Werkt direct spasmolytisch en parasympathicolytisch op de gladde detrusorspier van de blaas. Het vergroot de capaciteit van de blaas, verlaagt de frequentie van ongeremde contracties van de detrusorspier en stelt de eerste aandrang tot urineren uit. De werking is voornamelijk toe te schrijven aan een actieve metaboliet. Werking: binnen 30–60 min. (tablet). Werkingsduur: 6–10 uur (tablet), ca. 96 uur (pleister).


Kinetische gegevens
Resorptie: snel en volledig. F tablet = ca. 6% door groot first-pass-effect in de lever o.a. tot het actieve N-desethyloxybutynine. Tmax = binnen 1 uur (tablet), na 24-48 uur (pleister). Vd = 2,8 l/kg. Metabolisering: in de lever door CYP3A4 tot o.a. de actieve metaboliet N-desethyloxybutynine. Eliminatie: met de urine, vnl. als metabolieten. T1/2el = 2–3 uur.


Indicaties
Pollakisurie en urine-incontinentie bij een hyperreflectoire instabiele blaas.


Contra-indicaties
Obstructieve mictiestoornissen. Pollakisurie en nycturie door een hart- of nieraandoening. Stenose of obstructie van het maag-darmkanaal, neiging tot darmatonie, megacolon, ernstige colitis. Myasthenia gravis. Nauwe-kamerhoekglaucoom.


Zwangerschap/Lactatie
Over het gebruik van deze stof tijdens zwangerschap bij de mens bestaan onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. Gebruik bij dierproeven met hoge doses is schadelijk gebleken. Niet gebruiken tijdens het eerste trimester van zwangerschap. Gebruik tijdens tweede en derde trimester wordt afgeraden.

Het is onbekend of oxybutynine wordt uitgescheiden in de moedermelk bij mensen; bij ratten is dit wel het geval.. Bij gebruik geen borstvoeding geven.


Bijwerkingen
Bij gebruik van de pleister frequent lokale huidreacties. Zowel bij de tabletten als de pleister komen parasympathicolytische bijwerkingen voor zoals droge mond, accommodatiestoornissen, cycloplegie, amblyopie, wazig zien, verminderde traanvorming, verhoogde oogdruk, verminderde warmtetolerantie door verminderde zweetsecretie, anorexie, misselijkheid en braken, obstipatie, diarree, urineretentie, vasodilatatie, tachycardie, hartritmestoornissen en palpitaties. Met name droge mond komt minder vaak voor bij gebruik van de pleister. Verder duizeligheid, sufheid, hoofdpijn, 'flush'. Impotentie. Bij de tabletten zelden allergische reacties (huiduitslag, angio-oedeem, fotosensibiliteit). Bij kinderen kan juist excitatie van het CZS optreden met o.a. rusteloosheid, angst, desoriëntatie, hallucinaties en zelden convulsies.


Interacties
Gelijktijdig gebruik met tricyclische antidepressiva of andere middelen met een parasympathicolytische werking kan additie van de anticholinerge effecten tot gevolg hebben en bij ouderen tevens leiden tot verwardheid. Mogelijk versterken middelen, die eveneens substraat zijn voor het CYP3A4 of een remmer zijn van dit enzym, de anticholinerge effecten.


Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtigheid is geboden bij lever- en nierfunctiestoornissen, hartaandoeningen, hiatus hernia, hyperthyroïdie, prostaathyperplasie, koorts of hoge omgevingstemperatuur, cognitieve stoornis, ziekte van Parkinson en autonome neuropathie. Symptomen van hyperthyroïdie, hartfalen, hartritmestoornissen, coronaire aandoeningen, hypertensie en prostaathyperplasie kunnen verergeren. Voorzichtigheid is geboden bij pollakisurie en nycturie door een hart- of nieraandoening. Oxybutynine kan leiden tot sufheid en wazig zien. Vele dagelijkse bezigheden, zoals deelname aan het verkeer, gevaarlijke werkzaamheden, kunnen daarvan hinder ondervinden. Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken. Ouderen en kinderen zijn vaak gevoeliger voor parasympathicolytica; nauwkeurige regulatie van de dosering is daarom vereist. Zoals bij alle middelen met een parasympathicolytische werking kunnen bij chronisch gebruik door verminderde speekselvorming cariës, parodontale aandoeningen en orale candidiasis ontstaan. Het gebit daarom regelmatig controleren. Gebruik van de pleister geeft minder vaak klachten over een droge mond dan gebruik van de tabletten. De pleister is alleen onderzocht bij volwassenen.


Overdosering
Symptomen: Verstoring van het centrale zenuwstelsel met onrust, excitatie, psychotische symptomen; circulatiestoornissen ('flush', hypotensie); koorts; misselijkheid/braken. Ernstige overdosering kan leiden tot verlamming, ademhalingsdepressie en coma.
Therapie: Onmiddellijk maagspoelen en fysostigmine langzaam intraveneus. Volwassenen: 0,5–2 mg, zo nodig na vijf minuten nogmaals 1–2 mg; max. 5 mg. Kinderen: 30 microg/kg lichaamsgewicht, zo nodig herhalen; max. 2 mg in totaal. Bij uitgesproken onrust: diazepam.


Dosering
Volwassenen: Oraal: 2,5 mg iedere 8 uur; zo nodig verhogen tot 5 mg iedere 6–8 uur; max. 20 mg per dag. De laagst effectieve dosis kiezen. Bij ouderen starten met 2,5 mg tweemaal per dag, zonodig verhogen tot 5 mg 2–3 maal per dag. De laagst effectieve dosis kiezen. Kinderen: vanaf 5 jaar tot een maximum van 0,3–0,4 mg/kg per dag in 2–3 doses; bijvoorbeeld 5–9 jaar: tot 2,5 mg driemaal per dag; 9–12 jaar: tot 5 mg tweemaal per dag; > 12 jaar: tot 5 mg driemaal per dag. Volwassenen: Transdermaal: tweemaal per week (eens per 3-4 dagen) één pleister op een stukje droge, intacte huid op de buik, de heupen of het zitvlak aanbrengen. Voor elke nieuwe pleister een nieuwe plek op de huid kiezen om te voorkomen dat een pleister binnen een week tweemaal op dezelfde plek wordt aangebracht
Plaats reactie